Gustav Meyrink, Oostenrijks schrijver, *19.1.1868 Wenen, ♰4.12.1932 Starnberg. Meyrink was aanvankelijk bankier te Praag.
Hij was redacteur van het Weense tijdschrift Lieber Augustin en medewerker van Simplicissimus. In 1927 ging Meyrink van het protestantisme over op het boeddhisme. Meyrink schreef fantasievolle, groteske romans en novellen waarin het mystieke een grote rol speelt en zwaarmoedige ernst, scherts en bittere satire op evenwichtige wijze met elkaar vermengd zijn. Meyrink dankt zijn bekendheid m.n. aan de mystieke, in het oude Praag spelende roman Der Golem. Werken: Des deutschen Spiessers Wunderhorn (3 dln. 1913; herdr. 1971), Der Golem (1915; herdr. 1970), Das grüne Gesicht (1917), Walpurgisnacht (1916; herdr. 1968), Der weisse Dominikaner (1921), Goldmachersgeschichten (1925).
LITT. E. Frank, G. Meyrink (1957); S. Schödel, Studien zu den phantastischen Erzählungen G. Meyrinks (diss. 1965); M.
Lube, G. Meyrink (diss. 1970).
