Ned. letterkundige, *(ged. 18.10.)1629 Amsterdam, ♰1681 Amsterdam. Meyer studeerde te Leiden filosofie en medicijnen.
Hij vestigde zich als medicus te Amsterdam, maar wijdde zich vooral aan het toneel, waarvoor hij een aantal stukken schreef. In 1669 richtte hij het dichtgenootschap Nil Volentibus Arduum op. Als regent van de schouwburg werd hij in 1669 vervangen door zijn aartsvijand Blasius. Als taalkundige heeft Meyer zich verdienstelijk gemaakt door de 2e druk te bezorgen van Hofmans Nederlandtsche woordenschat (1654; vanaf 5e dr. 1669 onder zijn naam; 12e dr. 1805). Zijn theologisch-filosofische verhandeling Philosophia S. Scripturae interpres (1666) werd in 1674 als gevaarlijk en goddeloos verboden.
