[Eng., verkorting van Metropolitan Railway, wereldstadsspoorweg], m. (-s), ondergrondse spoorweg voor het vervoer van reizigers in grote steden).
Metrolijnen liggen geheel vrij van het overige verkeer en veelal ondergronds (in binnensteden of dichtbebouwde stadsdelen) of op viaducten (buitenwijken). Hierdoor wordt een snel en betrouwbaar reizigerstransport in en met het stadscentrum bereikt. De eerste metro werd in 1863 in Londen aangelegd, aanvankelijk geëxploiteerd met stoomtractie. Deze ondergrondse lijn was op vele plaatsen voorzien van open gedeelten en ventilatieopeningen om de rook af te voeren. De eerste elektrische metro werd in 1890, eveneens in Londen, in gebruik genomen. In vele wereldsteden zijn metrolijnen in gebruik, die thans alle met elektrische tractie worden geëxploiteerd. Mede ter beperking van de bouwhoogte van de tunnels vindt de voeding voor de elektrische tractie doorgaans plaats met een derde rail en aan de draaistellen gemonteerde stroomafnemers.
De voedende spanning bedraagt hierbij 600-750 V gelijkspanning. Voeding via bovenleiding wordt toegepast waar integratie van een metro met (voorstads-)spoorwegen of een andere reden een hogere spanning van 1200—1500 V vereist. Bij de metro worden vele middelen toegepast om de vervoerscapaciteit zo hoog mogelijk op te voeren: automatisch seinstelsel voor snelle treinopvolging, hoge aanzetversnelling en remvertraging van de treinstellen, groot aantal, vanuit één punt elektropneumatisch bediende, deuren en perrons op gelijke hoogte met de rijtuigvloer. Op deze wijze zijn stoptijden van 20 s en een treinopvolging van rond 1,5 min bereikbaar. Dank zij het relatief grote aantal staanplaatsen wordt een vervoerscapaciteit van 30 000—40 000 reizigers per uur per richting verkregen. De stations zijn veelal voorzien van roltrappen, kaartjesautomaten en bij de toegang tot de perrons van tourniquets met kaartjesontwaardingsapparaten.
De eerste metrolijn in Nederland werd in 1968 te Rotterdam (van Centraal Station naar Zuidplein) geopend. De lijn is inmiddels verlengd tot Hoogvliet. In 1976 werden in Brussel de metrolijnen van het stadscentrum oostwaarts naar Beaulieu en Tomberg geopend, nadat al eerder een premetro in dienst gesteld was. Te Amsterdam is in 1977 een metro in gebruik genomen tussen Weesperplein en Bijlmermeer; een verlenging tot het Centraal Station is in uitvoering. semimetro.