Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

metamorfose

betekenis & definitie

[Gr. metamorfosis], v. (-n, -s), gedaanteverwisseling, m.n.

1. aanduiding van een veelvuldig in mythologische verhalen voorkomende verandering van mensen in dieren, bomen, dingen e.a.;
2. (dierkunde) gedaanteverwisseling;
3. (plantkunde) verandering van een orgaan in een ander (b.v. een blad in een bloemblad);
4. (geologie) verandering van structuur en mineralogische samenstelling van een gesteente door verhoging van druk en/of temperatuur, m.n. zonder aanen afvoer van nieuwe stoffen.

GEOLOGIE

Men spreekt van contact-of thermometamorfose indien een nevengesteente in aanraking komt met magma; van dynamometamorfose als er sprake is van een gerichte druk; van regionale metamorfose wanneer een gesteente onder invloed van daling geleidelijk aan hogere alzijdige druk en temperatuur wordt blootgesteld. De reacties tussen de verschillende mineralen, waaruit nieuwe mineralen worden gevormd, voltrekken zich in vaste toestand. Hierbij treedt enig materiaaltransport op over zeer kleine afstanden (mm—cm). De temperaturen waarbij metamorfose optreedt, liggen meestal boven 200 °C (daaronder vindt diagenese plaats), maar niet zo hoog dat het gesteente gaat smelten (magmatisatie). Door metamorfose gaan ook sedimenten in vol-kristallijne gesteenten over. Contacten thermometamorfose worden gekenmerkt door hoge temperatuur en betrekkelijk lage druk.

Van contactmetamorfose wordt gesproken indien het gesteente behalve door de temperatuurverhoging ook wordt beïnvloed door binnendringende magmatische oplossingen (metasomatose) of gassen (pneumatolyse). Bij zuivere thermometamorfose, die alleen afhankelijk is van verhoogde temperatuur, worden de veranderingen in het gesteente geleidelijk geringer naarmate de afstand tot het plutoon (intrusie) groter wordt. Vorm en grootte, de hoogte van de begintemperatuur en m.n. de duur van de temperatuurverhoging zijn bepalend voor de aard van de metamorfe mineralen. Men spreekt van dynamometamorfose wanneer de grootste druk niet verticaal gericht was, b.v. bij een orogenese loodrecht op de assenvlakken van de plooien. Onder invloed van de druk verandert de structuur van het gesteente en ontstaat de schitositeit, de oriëntatie van plaaten stengelvormige kristallen volgens het vlak loodrecht op de grootste druk: bij dynamometamorfose loodrecht op de tektonische druk (meestal niet overeenkomend met de oorspronkelijke afzettingsgelaagdheid); bij regionale metamorfose meestal horizontaal (in de regel evenwijdig met de gelaagdheid). De mineraalassociaties die ten gevolge van metamorfose ontstaan, zijn afhankelijk van het uitgangsmateriaal en van de druken temperatuurgebieden waarbij verschillende mineralen stabiel zijn. Men onderscheidt naar de voorkomende mineraalassociaties lage, middelbare en hoge metamorfose (ongeveer overeenkomend met epi-, meso- en katazone).

MYTHOLOGIE

In de Griekse mythologie komt vaak een type sage voor over de wonderbaarlijke verandering van een mens in een boom, dier of rots, waarvoor de sage dan een etiologische verklaring geeft, b.v. ter ontsnapping aan een niet gewenste minnaar of aan vijanden, of als beloning voor een goede daad of ten gevolge van het medelijden van de goden. Verzamelingen van zulke verhalen bestonden in hellenistische tijd; de Metamorfoses zowel van Ovidius als van Apuleius gaan hierop terug. Ook in de hindoeïstische en boeddhistische mythen is de metamorfose van betekenis.

< >