o. (—s, merktekenen), (ook: signatuur), ken, onderscheidingsteken; (ook fig.) verkorte titel met volgnummer, vroeger onderaan de eerste pagina, meestal op de rug, van elk van de katerns waaruit een boek bestaat.
Het merkteken wordt aangebracht om op de binderij vergissingen te voorkomen. Op de rug van de katerns wordt bovendien een collationeerteken geplaatst, een zwart blokje. Dit schuift bij elke volgende katern over zijn eigen lengte op, zodat een ‘trapje’ ontstaat als de katerns in de goede volgorde gerangschikt zijn.