Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

mensapen

betekenis & definitie

m. (mv.), Pongidae of Anthropomorphae, een familie van zoogdieren behorend tot de onderorde apen.

De mensapen omvatten vier soorten, nl. de chimpansee, de dwergchimpansee of bonobo, de gorilla en de orang-oetan. Vroeger werden ook de gibbons tot de mensapen gerekend, waar zij ongetwijfeld nauw aan verwant zijn. Van de tegenwoordige dierenwereld zijn mensapen het dichtst bij de mens staande vormen, die geheel (orang-oetan) of slechts nu en dan in bomen leven; zij hebben geen staart en geen ziteelt. Het haar is op de bovenarm naar beneden, op de onderarm naar boven gericht. Op de grond lopen zij half rechtop en steunen daarbij op de buitenzijde van de voetzool of op de hele voetzool en op de knokkels van de hand. Zij voeden zich met vruchten, bladeren en grassen, soms ook wel vlees (chimpansee), en overnachten in bomen in een nest van takken en bladeren, dat iedere dag opnieuw gemaakt wordt.

Alle mensapen brengen, na een lange draagtijd, meestal slechts één jong voort, dat geruime tijd van de moeder afhankelijk blijft. In hun verspreiding zijn de mensapen beperkt tot de Oude Wereld. De orang-oetan bewoont alleen Sumatra en Kalimantan, de chimpansee en gorilla Westen Midden-Afrika.

LITT. R.Morris en D.Morris, Men and apes (1966); V.Reynolds, The apes (1967).

< >