Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

Mengelberg, Josef Willem

betekenis & definitie

Ned. dirigent, *28.3. 1871 Utrecht, ♱21.3.1951 Sent (Zwitserland). Mengelberg studeerde te Utrecht, o.a. bij R.Hol, daarna te Keulen.

In 1892 werd hij muziekdirecteur te Luzern, in 1895 te Amsterdam dirigent van het Concertgebouworkest, in 1898 tevens van het Toonkunstkoor. Beide instellingen beleefden onder zijn leiding een grote bloei, m.n. het Concertgebouworkest kreeg wereldfaam. Mengelberg dirigeerde sedert 1907 de beroemde museumconcerten te Frankfort aan de Main en trad als gastdirigent op in Londen, Rome en Parijs. Hij was een der grote dirigenten van zijn tijd, met een voorliefde voor Beethoven, Tsjaikovski, Mahler (de uitvoering van Mahlers symfonieën door het Concertgebouworkest werd vermaard), en R.Strauss. Zijn opvattingen waren romantisch-subjectief. . LITT. A.v.d.Boer, de psychologische betekenis van W.Mengelberg als dirigent (1925); E.R.Sollitt, Mengelberg (1930; Ned. vert. 1931); K.P.Bernet Kempers, Mahler und W.Mengelberg (1956); W. Paap, W.Mengelberg (1960); H.C.Schönberg, Die grossen Dirigenten (1970).

< >