fee uit de Franse folklore, die haar naam heeft gegeven aan een Oudfranse sage. Volgens de lengende stemde zij erin toe met Raimond de Poitou te huwen, op voorwaarde dat hij nooit op een zaterdag naar haar zou kijken, omdat zij op die dag weer haar gedaante van waternimf aannam.
Toen haar echtgenoot het akkoord brak, verdween zij in de vorm van een slang. Mélusine zou de stammoeder zijn van het geslacht Lusignan. De sage werd bewerkt in een prozaroman door Jean d’Arras (139293) en vond daarna haar weg door de Franse en Duitse letterkunde. Er bestaat ook een Ned. prozabewerking van de Mélusine-sage, die voor het eerst in 1491 in druk verscheen.
LITT. F.Eygun, Ce qu’on peut savoir de Mélusine (1951); J.Vandamme, Mélusine (1963).