o. (-vuren), vreugdevuur bij de komst van de lente.
Het meivuur of de meibrand is een gebruik op Texel en Terschelling, waar de jeugd op 30 april of 1 mei in de polder en op wegbermen (vroeger op speciale duintoppen) vuren stookt waarvoor weken van te voren brandstof wordt verzameld. Bebossing na 1900 heeft de verplaatsing van het meivuur veroorzaakt. Dat het meivuur voorheen op duintoppen werd gestookt, bewijzen namen als Meibrandsdune (op meer dan één plaats), meiwijn, m., een lichte wijn, bij voorkeur moezelwijn, waaraan wat suiker wordt toegevoegd en die men ca. 10 min. laat staan met verse, kort voor de bloei geplukte lievevrouwebedstro, die de reukstof cumarine bevat (Asperula). meiworm, m. (-en), oliekever.