Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

Mehring, Walter

betekenis & definitie

Duits schrijver, *20.4.1896 Berlijn. Mehring studeerde kunstgeschiedenis te Berlijn en München.

Hij behoorde sinds 1915 tot de groep rond het tijdschrift Der Sturm en was medeoprichter van de Berlijnse dadabeweging (dadaïsme). In 1920 was hij te Berlijn oprichter van het linksradicale Politisches Cabaret. In 1938 werd hij door de nazis gearresteerd, maar hij wist in 1940 naar de VS te vluchten. Na 1945 keerde hij naar Europa terug. Mehring is schrijver van geestige satirische chansons en van scherpe, politieke, cabaretachtige poëzie vol kritiek op allerlei maatschappelijke verschijnselen. Zijn werk, dat m.n. de rassenwaan en het gebrek aan cultuur van het Derde Rijk scherp aanviel, getuigt van een socialistisch-humanistische overtuiging. Werken: poëzie: Das politische Cabaret (1920), Das Ketzerbrevier (1921), Die Gedichte, Lieder und Chansons (1929), Arche Noah S.O.S. (1931), Morgenlied des Gepäckträgers (1959), Das neue Ketzerbrevier (1962), Kleines Lumpenbrevier, Grosses Ketzerbrevier (1974); toneel: Die Frühe der Städte (1916), EuropäischeNächte (1924), Der Kaufmann von Berlin (1929), Die höllische Komödie (1932); proza: Algier (1927), Paris in Brand (1927), Müller, Chronik einer deutschen Sippe (1935), Die Nacht des Tyrannen (1937), Die verlorene Bibliothek (1952; autobiogr.), Verrufene Malerei (1958; essays), Berlin-Dada (1959; herinneringen).

< >