(werkte mee, heeft meegewerkt),
1. met een ander samen aan iets werken: hoeveel man hebben daaraan meegewerkt? hij heeft ook aan dat woordenboek meegewerkt, heeft er ook een gedeelte van bewerkt;
2. behulpzaam zijn bij het streven naar een doel, daaraan bevorderlijk zijn: in plaats van mee te werken heeft hij me van het begin af tegengewerkt; bijdragen tot: alles werkte mee tot het slagen van die feestdag.