v./m. (-ken), instrument voor het meten van verplaatsingen of, in meetapparatuur geplaatst, van b.v. dikte, diameter of lengte.
De meetklok heeft een klokvormige schaalverdeling waarlangs een (grote) wijzer loopt die met een tandwiel-tandheugel overbrenging gekoppeld is aan een uit het klokhuis naar buiten stekende meetstift. De verend naar buiten komende meetstift wordt tegen het object gedrukt in de richting waarin de verplaatsing tussen meetklok en object gemeten dient te worden. De schaal heeft een afleesnauwkeurigheid van 0,01 mm en één omwenteling van de wijzer komt overeen met 1 mm. Het aantal omwentelingen dat de wijzer door een verplaatsing heeft gemaakt, kan worden afgelezen op een tweede schaal met (kleine) wijzer.
