plantengeslacht uit de familie Papilionaceae, met 100 soorten kruidachtige, vlinderbloemige planten, die in Europa en Zuid-Afrika inheems en vooral rijk in het Middellandse-Zeebekken ontwikkeld zijn. Bloemen in gedrongen trossen.
Blad handvormig samengesteld (drie of vijf kleine deelblaadjes). Kroonbladen vrij, afvallend, kiel niet gedraaid of gesnaveld. Peul vaak ineengedraaid, soms gestekeld. In de Benelux komen wild en (als voederplant) gekweekt voor: hopklaver, Medicago lupulina (geel) en luzerne, M. sativa (paars, blauw of wit, uit het Middellandse-Zeebekken), soms ook gele luzerne, ondersoort varia (met blauwe, groene of gele bloem). Ook treft men wel gevlekte rupsklaver, M. arabica (purperbruin gevlekt blad) aan. Sikkelklaver, M. falcata, heeft rechte tot sikkelvormige peulen (op droge grasgrond).
