I [Lat.], bn., gelegen evenwijdig met of vóór de as ten opzichte waarvan de ligging bepaald wordt.
II mediaan,
I. v./m. (medianen),
1. zwaartelijn in een driehoek;
2. (statistiek) maatstaf voor centrale tendentie, waarde die door evenveel waanemingen wordt overschreden als onderschreden.;
3. lettersoort ter hoogte van elf punten, de grootste van de broodletter, in grootte op de dessendiaan volgend; ook als maat: deze regels waren anderhalf mediaan korter;
II. o., papierformaat 47 cm x 56 cm.
STATISTIEK
De mediaan van een oneven aantal getallen is het middelste getal wanneer de getallen naar grootte zijn gerangschikt; van een even aantal getallen is het het gemiddelde van de twee middelste getallen. Een stochastische veranderlijke x heeft mediaan m als geldt P[x≤m]≥½ en P[x≥m]≥½.