Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

Mauretanië

betekenis & definitie

(République Islamique de Mauritanie; al-Djoumhouriya al-Muslemiya al-Mawritaniya), republiek in West-Afrika, begrensd door Marokko (Westelijke Sahara), Algerije, Mali, Senegal en de Atlantische Oceaan, 1.030.700 km2 (exclusief het deel van de Westelijke Sahara), 1,5 mln. inw. Hoofdstad: Nouakchott.

FYSISCHE GESTELDHEID

Het land strekt zich uit over een immense vlakte die met zand of rolstenen is bedekt. Ten zuiden van de 18e breedtegraad zijn de zandduinen begroeid, ten noorden hiervan bewegen zij zich van het noordoosten naar het zuidwesten. Steile noord-zuid lopende erosiewanden verdelen het gebied in monotone plateaus, die in het oosten tot 500 m hoog reiken, de Adrar. Plaatselijk zijn deze plateaus tot geïsoleerde bergen geërodeerd. Deze zijn vaak zeer rijk aan mineralen (o.a. de Djebel el-Hadid; ijzerberg).

Twee derde van het land heeft een woestijnklimaat, met een zomertemperatuur van 50 °C en dagelijkse schommelingen van 35 °C met geen of weinig neerslag. Gelijkmatiger zijn de temperaturen aan de Atlantische kust en bij de monding van de Senegal. Hier wordt de zomer gekenmerkt door regens (soms meer dan 300 mm neerslag), de winter door de harmattan.

BEVOLKING

Mauretanië heeft vele bevolkingsgroepen. Er zijn echter geen betrouwbare gegevens, zodat aantallen met 30% kunnen schommelen. Meer dan 50% zijn blanke Berbers en Arabieren, 25–30% zijn Moren met negerinslag en 20% zijn negers (Toucouleurs, Wolof, Bambara en Soninke). Verder zijn er nog 50.000 ‘blanke’ Fulani. Van de bevolking woont 80% ten zuiden van de 18e breedtegraad. De droogtejaren na 1969 hebben geweldige bevolkingsverplaatsingen veroorzaakt naar het zuiden en de steden.

Nouakchott is in 1972–74 gegroeid van 40.000 tot 130.000 inw. Tevens zijn door de snel groeiende mijnbouw arbeiderssteden ontstaan.

TAAL

Frans en Arabisch zijn de officiële talen. De verschillende bevolkingsgroepen hebben veelal een eigen taal.

GODSDIENST

Bijna de gehele bevolking is moslim volgens de sekte der malekieten. De islam is staatsgodsdienst, maar er is vrijheid van godsdienst.

COMMUNICATIE

Er komt een dagblad uit in de hoofdstad. De Radiodiffusion Nationale de Mauritanie zendt over vier kanalen uit in de voornaamste talen. Er is geen televisie.

ECONOMIE

Landbouw. Ca. 90% van de bevolking leeft zelfverzorgend van de landbouw. Hiervan leeft weer 70% van de veeteelt; alleen de negers zijn gevestigde akkerbouwers. In 1974 leverde het land 30.000 t aan sorghum en millet en 13.000 t dadels, verder wat maïs, rijst en aardappels. Door de droogten gaat de opbrengst steeds verder achteruit. Het verzamelen van arabische gom, ten zuiden van de 17e breedtegraad, geleverd door verschillende acacia’s, levert nog een bijverdienste op voor de nomaden.

Veeteelt

Vee-export naar de zuidelijker gelegen landen was vóór de droogten belangrijk. In 1974 omvatte de veestapel 1,8 mln. runderen, 4,7 mln. geiten en schapen, 1 mln. kamelen, ezels en paarden.

Visserij

Hoewel de kustwateren tot de visrijkste ter wereld behoren vangen de Mauretaniërs zelf maar weinig vis. Japanners vangen er 90% van de Japanse inktvisconsumptie. De visserijhaven van Nouadhibou wordt uitgebreid en de vissersvloot vernieuwd. Omvangrijker is de visserij in de rivier de Senegal; van de 15.000 t gevangen vis wordt de helft op de markt gebracht, m.n. gedroogd.

Mijnbouw

Mijnbouw is de voornaamste inkomstenbron. Bij F’Derik zijn meer dan 125 mln. t ijzererts van 65% aangetoond. Men schat dat er nog een 75 mln. t aanwezig is. Het erts wordt via een 659 km lange spoorlijn vervoerd naar Nouadhibou. In 1970 is begonnen met het winnen van kopererts bij Akjoujt, in 1974 werd 24 mln. t uitgevoerd. Binnen 20 jaar zullen deze mijnen zijn uitgeput.

Industrie

Door de geringe bevolking en de overwegend nomadische levenswijze is de binnenlandse markt zwak; vandaar dat er maar weinig industrie is. Men hoopt in 1980 een staalfabriek te vestigen die 1 mln. t staal en 30.000 t koper zal leveren. In Nouakchott is een olieraffinaderij. Verder is er levensmiddelen-en verpakkingsindustrie.

Handel

Elektrische en niet-elektrische machinerieën, wegvoertuigen en spoorwagons, olieprodukten, ijzer en staal zijn de belangrijkste invoerartikelen. IJzererts maakt 75% van de gehele export uit. Ook vis en koper zijn uitvoerprodukten. Frankrijk, Groot-Brittannië, Italië en Senegal zijn belangrijke handelspartners.

Verkeer

De hoofdstad is door een 200 km lange weg naar Rosso verbonden met Senegal en Akjoujt. Het land bezit twee zeehavens: Nouadhibou (stukgoed, visserij en ertshaven Cansado) en Nouakchott (kopererts). Beide plaatsen hebben ook internationale luchthavens, daarnaast hebben verschillende plaatsen in het binnenland landingsstrips.

STAATSINRICHTING

Bestuur

Mauretanië kent een presidentieel regime, steunend op de enige toegelaten partij, de Parti du Peuple. De president wordt voor vijf jaar gekozen.

Het parlement bestaat uit één kamer van 50 leden, die in algemene verkiezingen worden gekozen. Het land telt acht regio’s en één district.

Rechtspraak

Het Hooggerechtshof zetelt in Nouakchott. Mauretanië telt vele soorten gerechtshoven, waaronder arbeidersrechtbanken, militaire hoven en een Hof voor de Staatsveiligheid. Men poogt een moderne wetgeving te combineren met het islamitische denken.

Munt. De officiële munteenheid is de ouguiya. De koers was op 20.8.1978: 100 ouguiya’s = f4,72 = BF67.

Onderwijs

De opbouw van het onderwijs is nog in een beginstadium. Van de bevolking is 88% analfabeet. Er wordt geëxperimenteerd met speciale scholen voor nomaden. Er zijn ca. 800 studenten bij buitenlandse universiteiten.

Defensie

Het leger beschikt over 1250 man, verdeeld over de landmacht (1000), marine (100) en luchtmacht (150). Met Marokko heeft Mauretanië een militair verdrag.

GESCHIEDENIS

Midden 15e eeuw werden de Arguin Eilanden op de kust van Mauretanië ontdekt door de Portugees Nuno Tristão. Een fort beschermde er het handelscentrum. De Hollanders namen in 1638 het steunpunt over. Zij importeerden uit Mauretanië de belangrijke arabische gom. In 1814 werd de Franse soevereiniteit over de kustlijn van de Sahara en van Senegal erkend bij het Verdrag van Parijs. De geschiedenis van Mauretanië was dan ook nauw verbonden met die van Senegal. Twee traktaten uit 1858 bevestigden de Franse soevereiniteit over de emiraten Trarza en Brakna ten noorden van Senegal.

Xavier Coppolani organiseerde een systematische verovering van zuidelijk Mauretanië (1902–05). De vorming van Marokko tot een Frans protectoraat (1912) gaf een internationale erkenning van Frankrijks bevoorrechte positie, al vonden nog militaire operaties plaats tot 1934 tegen krijgszuchtige nomadenstammen. Het Territoire Mauritanien werd bestuurd vanuit Saint-Louis (Senegal). De grondwet van 1946 maakte Mauretanië tot een afzonderlijke eenheid, die (tegen alle centrifugale krachten in) een afzonderlijk zelfbestuur kreeg. De eerste regering werd in 1958 gevormd door de advocaat Moktar Oeld Daddah. Het land was sterk verdeeld; sommige blanke stammen uit het noorden waren Marokkaans gezind, terwijl de zwarte minderheid uit het zuiden zich hiertegen verzette en zelfs aanstuurde op een federatie met Mali. Op 28.11.1960 werd Mauretanië onafhankelijk.

In 1961 werd Moktar Oeld Daddah president en minister van Buitenlandse Zaken en van Defensie. Hij werd in 1966 herkozen. In 1968 vergrootte hij het aantal vertegenwoordigers van het zwarte bevolkingsdeel in zijn regering. In 1969 erkende Marokko – dat Mauretanië steeds als deel van zijn grondgebied had beschouwd en zich dientengevolge tegen de onafhankelijkheid had verzet – Mauretanië de facto. In 1970 sloten beide landen een vriendschapsverdrag. Tijdens besprekingen tussen Marokko, Algerije en Mauretanië bestreed Mauretanië in 1973 de Marokkaanse plannen tot annexatie van de Spaanse Sahara.

Na nieuwe besprekingen tussen genoemde landen en Spanje werd in nov. 1975 besloten tot dekolonisatie van de Spaanse Sahara; Marokko en Mauretanië besloten tot verdeling van het gebied. Bij een akkoord in apr. 1976 werd de grens in de Spaanse Sahara geregeld. Marokko kreeg de belangrijke fosfaatmijnen, maar zou de exploitatie samen met Mauretanië regelen. In Mauretanië zelf was inmiddels in 1974 de laatste buitenlandse mijnbouwmaatschappij genationaliseerd. Moktar Oeld Daddah was in 1976 de enige kandidaat bij de presidentsverkiezingen. In juni 1976 wijzigde hij zijn kabinet, na een aantal zware aanvallen van het Polisario (de bevrijdingsbeweging van het Saharagebied) op mijnen, spoorwegen en (juni) de hoofdstad van Mauretanië.

In de loop van 1977 intensiveerde het Polisario zijn acties nog. Marokko en Mauretanië sloten in mei 1977 een gezamenlijk defensie-akkoord. Op 10.7.1978 werd de door Frankrijk gesteunde Oeld Daddah afgezet tijdens een staatsgreep van officieren onder leiding van kolonel Moestafa Salek. De grondwet werd opgeheven, het parlement en de volkspartij werden ontbonden. De militaire regering handhaafde de alliantie met Marokko en de verdeling van de Sahara, evenals de nauwe relatie met Frankrijk.

LITT. G.Désiré-Vuillemin, Contributions à l’histoire de la Mauritanie 1900–34 (1964); J.Pujos, Croissance économ. et impulsion extérieure: étude sur l’économie mauritanienne (1964); A.F.Gerteinly, Mauretania (1967); C.Toupet, Nadhibu and the economic development of Mauretania (1970).

< >