het eerst boek van het NT, hoewel niet het oudste van de vier evangeliën. Het is duidelijk geschreven voor een joods publiek.
Het is er de auteur voortdurend om te doen, aan te tonen hoe het OT in Jezus Christus in vervulling is gegaan. In verband met de synoptische kwestie (evangelie) neemt men vaak aan dat Matteüs ca.60 een geschrift vervaardigde waarin volgens Papias de woorden van Jezus (logia) werden opgetekend. Dit Aramese geschrift wordt, onafhankelijk van het evangelie, ook wel O (Quelle) genoemd. Op dit geschrift zouden zowel het Evangelie naar Marcus als het latere (ca. 80) Evangelie naar Matteüs steunen.
LITT. K.Stendahl, The school of Saint Matthew (1954); W.Trilling, Das wahre Israël (1959); D.R. A.Hare, The theme of jewish persecution of christians in the gospel acc. to Saint Matthew ; R.H.Grundry, The use of the OT in Saint Matthew’s gospel (1967); E.Schweizer, Matthaus und seine Gemeinde (1974). Commentaren: protestants: E.Lohmeyer en W.Schmauch (1956; onvoll.); F.V.Filson (1960); R.V.G.Tasker (1961); rooms-katholiek: J.Schmid (3e dr. 1956).