Faeros filoloog en dichter, *7.12. 1900 Vidareidi. Matras was professor in de Faerose taal en letterkunde te Kopenhagen.
Vervolgens werd hij leider van een klein academisch centrum op de Faeroer. Matras heeft zich altijd ingezet voor een zuivere Faerose taal en publiceerde vele wetenschappelijke artikelen over de Faerose taal en litteratuur. In 1935 verzorgde hij een beknopte Faerose litteratuurgeschiedenis. In zijn poëzie, die geïnspireerd is door de natuur van zijn geboortestreek, schildert hij de bewoners van de Faeroer. Naast poëzie schrijft Matras essays. Werken: poëzie: Yrkingar 1917—1965 (1965), A hellu eg stód (1972; Ik stond op een rots); essays: Nökurmentafólk{1974;Enkele culturele persoonlijkheden).