Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

Mathilde

betekenis & definitie

[Oudhdu. maht,macht, hiltja,strijd] (ook: Mechteld), vrouwennaam gedragen door o.a. vorstinnen.

DUITSLAND Mathilde, koningin van Duitsland en heilige, *ca.900 Engeren, ♱14.3.968 Quedlinburg; echtgenote van koning Hendrik I. Na diens dood (936) trok Mathilde zich als non terug te Quedlinburg.

Mathilde, keizerin van Duitsland, *1102 Londen, ♱l0.9.1167 Notre-Dame-des-Prés; dochter van koning Hendrik I van Engeland. Mathilde huwde in 1114 met de Duitse keizer Hendrik v (♱1125), in 1128 met Geoffroy Plantagenet, de graaf van Anjou. Na de dood van haar broer was Mathilde de enige erfgenaam van Engeland en Normandië. Het verzet tegen de opvolging door een vrouw werd minder toen Mathilde in 1133 een zoon kreeg, maar bij de dood van Hendrik I was deze pas twee jaar, zodat Stephen van Blois, een kleinzoon van Willem de Veroveraar, kans zag de troon te grijpen. Hoewel de Kerk en de meerderheid van de adel Stephen steunden, kreeg Mathilde hulp van haar halfbroer Robert van Gloucester en haar oom koning David van Schotland. In 1141, nadat Stephen bij Lincoln gevangengenomen was, slaagde zij er bijna in zich tot koningin te laten kronen.

Haar troepen werden echter verslagen en Mathilde trok zich terug in Normandië. Haar zoon Hendrik (II) volgde in 1154 Stephen op als koning van Engeland (1154—89).

LITT. N.Pain, Empress Mathilde (1977).

< >