[Adolf Martens, Duits ingenieur, 6.3.1850 Bakendorf, ♱24.7.1914 Berlijn], o., bestanddeel van gehard staal met een naaldvormige structuur.
Martensiet ontstaat bij het harden van staal. Het kubisch kristalrooster van austeniet gaat bij langzame afkoeling over in het kubisch ruimtelijk gecenterde rooster van ferriet (ijzer koolstofdiagram). Dit rooster kan minder koolstof oplossen, dat zich daarom (beneden 200 °C) gaat uitscheiden en binden met ijzer tot cementiet, Fe3C. Vindt de afkoeling zeer snel plaats, dan krijgt de koolstof geen kans zich te verplaatsen en/of Fe3C te vormen. Het kristalrooster vervormt, er ontstaat een naaldvormige structuur. Dit martensiet is harder en heeft een grotere treksterkte, maar is brosser dan het mengsel van ferriet en cementiet dat bij niet-snelle afkoeling ontstaat.
