Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

martelaar

betekenis & definitie

[Gr. martyr, getuige], m. (-s, -laren),

1. bloedgetuige, iemand die om zijn geloof lichamelijke kwellingen verduurt of zijn leven offert: de Gorkumse martelaren;
2. iemand die veel lijdt voor een edele zaak of die het slachtoffer wordt van zijn beroep of bezigheden: een martelaar voor de vrijheid; er zijn meer martelaren dan apostelen, men loopt meer kans te moeten lijden voor zijn idealen, dan ze met succes te kunnen verbreiden.

Gewoonlijk denkt men bij martelaren allereerst aan de bloedgetuigen uit de eerste eeuwen van het christendom, die hun trouw aan Christus met de dood moesten bekopen. Reeds spoedig na hun dood werden verhalen over hun lijden verbreid (martelaarsakten). Hun graven werden vereerd, evenals hun relikwieën. Hun sterfdag werd als een geboortedag (voor het eeuwige leven) gevierd en om hun voorbede werd tot hen gebeden. Hier ligt de oorsprong van de latere heiligenverering. In het latere christendom zijn er telkens weer mensen om hun geloof vervolgd en gedood (ketters), terwijl de moderne geschiedenis vooral politieke martelaren kent.

LITT. H.von Campenhausen, Die Idee des Martyriums (1936); J.Jeremias, Heiligengräber in Jesu Umwelt (1958).

< >