Amerikaans militair en politicus, 31.12.1880 Uniontown (Pennsylvanië), ♱16.10.1959 Washington. Marshall nam als kapitein deel aan de Eerste Wereldoorlog, was vervolgens adjudant van generaal Pershing en diende van 1924—27 in China.
In 1936 werd hij generaal-majoor bij en in 1939 chef van de generale staf. In deze functie slaagde Marshall erin de relatieve achterstand in bewapening en organisatie van het Amerikaanse leger (ten opzichte van de Duitse en Japanse legers) in te lopen. In 1944 werd Marshall benoemd tot ‘general of the army’, de hoogste militaire rang in de VS. Na afloop van de Tweede Wereldoorlog trad Marshall af en werd opgevolgd door Eisenhower. Hij aanvaardde vervolgens een missie als bijzonder ambassadeur naar China, waar hij tevergeefs probeerde de tegenstellingen tussen communisten en nationalisten te overbruggen. Van 1947—49 was Marshall onder Truman minister van Buitenlandse Zaken.
In deze functie ontvouwde hij zijn Europees Herstel Programma, dat naar hem ook wel Marshallplan wordt genoemd. Marshall bevorderde de voorbereidingen voor de oprichting van de NAVO.Van 1950—51 was hij minister van Defensie. Marshall ontving in 1953 de Nobelprijs voor de Vrede. Uitgave: Memoires of my Services in the World War 1917-18, door J.L.Collins (1976).
LITT. F.C.Pogue, G.C.Marshall (4 dln. 1963—73); R.P.Wilson, General Marshall remembered (1968); J.R.Beal, Marshall in China (1970); J.Gimbel, The origines of the Marshall plan (1978).