John Churchill, (sinds 1702) eerste hertog van, Engels veldheer en staatsman, 26.5.1650 Ashe House bij Axminster (Devon), ♱16.6. 1722 Cranborn Lodge (bij Windsor). Marlborough diende van 1668-70 in de Middellandse Zee en streed als kapitein van 1672—74 onder Frans commando in de Nederlanden.
In 1678 werd hij kolonel in het Engelse leger. Als generaal van Jacobus II bestreed Marlborough Monmouth, maar bij de revolutie van 1688 liep hij over naar de in Engeland gelande Ned. stadhouder Willem III. Toen deze koning geworden was, kreeg Marlborough tijdens de Negenjarige Oorlog (1688—97) het opperbevel over de Engelse troepen in Vlaanderen. Toch onderhield hij nog contact met de uitgeweken Jacobus en in 1692 werd hij op omstreden beschuldigingen korte tijd in de Tower opgesloten en ontzet uit zijn functies. Na de Vrede van Rijswijk werd hij hersteld als luitenant-generaal en in 1698 werd hij lid van de Geheime Raad. Tijdens de Spaanse Successieoorlog (1700-13) werd hij in 1701 door Willem III naar Holland gestuurd ter organisatie van de Grote Alliantie tegen Frankrijk.
Na de troonsbestijging van koningin Anna (1702) was Marlborough een der invloedrijkste politieke en militaire adviseurs van de Kroon. Hij kreeg het opperbevel over de samengevoegde Engelse en Staatse legers in de Zuidelijke Nederlanden en bewees zijn uitzonderlijke militaire bekwaamheid, o.a. in de overwinningen te Blenheim (1704) en Ramillies (1706). Koningin Anna schonk hem in 1704 Woodstock Park en het geld om daar Blenheim Palace te bouwen. Na 1707 ondermijnden binnenlandse politieke intriges Marlboroughs gezag. Hoewel hij geen uitgesproken partijman was, werd hij meegesleept in de val van de Whigs (1710). Hij werd in 1711 vals beschuldigd van malversaties en ontslagen.
Van eind 1712 tot de dood van Anna (1714) verkeerde Marlborough in vrijwillige ballingschap. Hoewel hij door George I in ere werd hersteld en met gunsten overladen, speelde hij geen rol van betekenis meer (in 1716 werd hij door een beroerte getroffen). Uitgave: Letters and despatches, door G.Murray (5 dln. 1845).
LITT. F.Taylor, The wars of Marlborough, 1702— 09 (1921); W.S.Churchill, Marlborough (4 dln. 1933-38; Ned. vert. 1947-48); I.Butler, Rule of three (1967).