de leer van de verspreiding van de dieren in de zee. De zee wordt eerst onderverdeeld in biochoren zoals het litoraal, het pelagiaal, en het abyssaal, die elk weer worden onderverdeeld.
Er worden verschillende indelingen gebruikt voor het pelagiaal, b.v. oceanisch (in open zee), of neritisch (boven het continentaal plat). Een andere indeling is naar diepte (de verticale en horizontale verspreiding houden met elkaar verband), b.v. epipelagisch (0-100 m diep levend), mesopelagisch (100—500 m diep levend), bathypelagisch (500—ca. 4000 m diep levend), en abyssopelagisch (4000 m en dieper levend). De horizontale verspreiding wordt ingedeeld in regio’s en subregio’s, b.v. de tropische regio, die weer wordt onderverdeeld in de Atlantische en de Indopacifische subregio. De horizontale verspreiding van de diepzeefauna is slecht bekend. Het litoraal kent de meeste subregio’s, veroorzaakt door verschillen in kustvorm en grote discontinuïteit in arealen, b.v. rotskusten, zandstranden, getijdenzones, brakwater, koraalriffen en mangrovezone.
LITT. S.Ekman, Zoogeography of the sea (1953); G.de Lattin, Grundriss der Zoogeografie (1967).