stadsgod van Babylon sinds deze stad onder de dynastie van koning Hammoerabi (1792 v.C.—1750 v.C.) tot rijkshoofdstad was verheven. Mardoek was oorspronkelijk slechts een onbetekenende stadsgod; door de suprematie van Babylon kwam hij omhoog (zoals in Egypte de god Amon door de suprematie van Thebe de eerste werd).
Sindsdien bleef het Mardoekheiligdom te Babylon meer dan duizend jaar lang het grote religieuze centrum tot ver buiten Babylonië. Na de 15e eeuw v.C. werd Mardoek ook in Assyrië veel vereerd. Door identificatie met Asalloechi, zoon van Enki/Ea, werd Mardoek een god van de bezweringskunst. Zijn naam is waarschijnlijk uit Soemerisch Amar-Oetoe(-k) (jong rund van Oetoe) ontstaan, zoals blijken kan uit de ideografische schrijfwijze. Mardoeks hoofdfeest is het nieuwjaarsfeest, dat gevierd werd in het voorjaar, als de dag het van de nacht en de zomer het van de winter gaat winnen. In het OT wordt hij Bel genoemd (Jes.46,1).
LITT. F.Wetzel en F.H.Weissbach, Das Hauptheiligtum des Marduk in Babylon (1967); T.Jacobsen, The treasures of darkness (1976).