Herbert, Duits-Amerikaans socioloog, *19 juli 1898 te Berlijn. Marcuse studeerde te Berlijn en Freiburg, waar hij leerling was van Husserl.
Zijn denkwijze ontwikkelde zich marxistisch. In 1933 week hij uit naar de VS, waar hij aan verschillende universiteiten doceerde. Van 1954—67 was hij hoogleraar aan Brandeis University te Walham, sinds 1967 aan de universiteit van Californië te San Diego. Marcuse onderscheidt zich door zijn existentialistische scholing en zijn beklemtonen van de filosofische theorievorming.Hij poogt voortdurend het marxisme te moderniseren met behulp van fenomenologie en psychoanalyse, in de geest van de Frankfortse School. Zijn kritiek richt zich op de frustrerende werking die van de technisch-industriële samenleving uitgaat. De mens wordt in de waan gebracht dat hij het beter heeft dan ooit, terwijl hem in werkelijkheid geen enkele kans tot zelfontplooiing wordt gelaten. Zo ontstaat de eendimensionale mens, die geen andere mogelijkheden meer kan zien dan die van de gevestigde orde, en er dus ook niet naar zoekt. Ook de parlementaire democratie wordt gemanipuleerd en ingekapseld. Welvaart, belangrijk voor de grote ondernemingen, verhult de afwezigheid van welzijn.
Tolerantie en medeplichtigheid bestendigen de situatie, waardoor het vermogen om onrechtvaardigheden te corrigeren verdwijnt. Marcuse wees op de repressieve tolerantie: afwijkende meningen worden getolereerd zolang zij geen echte structuurveranderingen dreigen teweeg te brengen. Er vindt door dit alles een zodanige verschraling en versmalling van het menszijn plaats, dat Marcuse oproept tot een meer weigerachtige houding jegens het accepteren van allerlei gegevenheden van de industriële maatschappij en haar verdere evolutie. Hij denkt dan m.n. aan studenten en kunstenaars, mensen die nog niet zijn ingepakt. Tegen het einde van de jaren zestig werd Marcuse daardoor plotseling bekend als auteur bij wie, vooral in Duitsland en Frankrijk, bepaalde studentengroeperingen ideële steun vonden in hun strijd tegen universitaire en maatschappelijke instellingen. Marcuse signaleerde feilloos de verkeerde prioriteiten en dwangmatigheid van de produktiemaatschappij, maar bood geen alternatief.
Werken: Eros and civilization (1955), Soviet marxism. A critical analysis (1961), One-dimensional man (1964), Kultur und Gesellschaft (1965), Das Ende der Utopie (1967), An essay on liberation (1969), Ideen zu einer kritischen Theorie der Gesellschaft (1969), Konterrevolution und Revolte (1973).
LITT. H.Holtz, Utopie und Anarchismus (1968); R.Steigerwald, Marcuses dritter Weg (1969); L.W. Nauta, Theorie en praxis bij Marcuse (1969); A. Maclntyre, Marcuse (1970); S.Zuidema, De revolution. maatschappijkritiek van H.Marcuse (1970); A.Nicolas, H.Marcuse (1972).