Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

Marck

betekenis & definitie

Frederik Adolf van der, Ned. rechtsgeleerde, *9 maart 1719 te Hattingen aan de Ruhr, ♱1 november 1800 Groningen; van Duitse afkomst. Van der Marck werd in 1758 hoogleraar te Groningen in het staats-, natuuren volkenrecht.

Met een beroep op o.a. Hugo de Groot verzette hij zich tegen de overheersende plaats van het Romeinse recht zowel in de studie als in de rechtspraktijk. Dit leidde in 1773 tot zijn ontslag. Na gedoceerd te hebben te Lingen, Deventer en Burg Steinfurt, keerde hij in 1795 naar Groningen terug. Hij richtte in 1761 Pro Excolendo Iure Patrio op.LITT. A.S.de Blécourt, Pro excolendo en de rechtsgesch. (1938); J.Lindeboom, F.A.van der Marck, een 18e eeuwsch leeraar van het natuurrecht (1948).

< >