[Fr.] (marcheerde, heeft en is gemarcheerd), in ritmische pas lopen, m.n. van personen in groepsverband, vooral van soldaten; oprukken: zij marcheerden door heel Frankrijk; (bij uitbreiding) lopen, te voet gaan (als prestatie of taak): wij marcheerden zeven uur per dag; (fig.) gaan, lopen, vooruitkomen, vorderen: de zaak marcheert.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk