plantenfamilie behorend tot de klasse Monocotyledones, ca. 30 geslachten (ca. 360 soorten) omvattend. Het zijn kruidachtige, tropische planten, die m.n. in Amerika en Afrika voorkomen.
De bladeren staan in twee rijen; zij zijn asymmetrisch (bladsteel aan de top verdikt). Bloemen meestal gepaard, 2-slachtig, asymmetrisch (drie vrije kelkbladen, drie vergroeide kroonbladen).Er is slechts één vruchtbare meeldraad aanwezig, die op een kroonblad lijkt, maar zijdelings een stuifmeel leverend helmhokje heeft. Vruchtbeginsel onderstandig. Vrucht vlezig of droog. Zaad met melig perisperm en arillus (zaadrok); het embryo is gekromd. Voorbeelden: Calathea, Maranta, Thalia, die vooral als sierplanten worden gewaardeerd.