Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

manisch–depressieve psychose

betekenis & definitie

(ook: cyclische psychose), een geestesstoornis waarbij manische en depressieve toestanden elkaar kunnen afwisselen (manische toestand, depressie). De manische fase vertoont een geestelijke ontremming met zeer snelle gedachtenassociaties, die evenwel aan de oppervlakte blijven en voor een deel innerlijke samenhang missen.

Frustraties kunnen hevige woede-uitbarstingen meebrengen. De depressieve periode vertoont een algemeen geremd zijn (soms verstarring), gepaard aan angsten, zelfbeschuldigingen en gevaar voor zelfmoord. Tussen de aanvallen is de patiënt normaal. Bij deze vorm van psychose kan men erfelijke componenten herkennen, mogelijk samenhangend met een aangeboren stofwisselingsziekte. Het kenmerkende van deze psychose is het cyclische verloop: afwisselend manische en depressieve perioden, waarna vaak vele jaren lang geheel normale perioden voorkomen. Medicamenteuze behandeling is zeer goed mogelijk.

< >