(686-640 v.C.); zoon en opvolger van Hizkia. Onder Manasse had een Assyrischgezinde reactie plaats tegen de door Hizkia doorgevoerde hervorming; verering van zon en sterren, heilige prostitutie, mensenoffers (Moloch-dienst) enz. kwamen weer in zwang.
Evenals zijn grootvader Achaz was Manasse voorstander van de Assyrische politiek; hij liet de jahwistischnationale partij bloedig vervolgen. Toch werd hij, volgens 2 Kron.33, tijdelijk gevankelijk naar Babel gevoerd, waar hij tot inkeer kwam. Manasses goddeloze regering werd als oorzaak van de latere Babylonische ballingschap beschouwd.Het Gebed van Manasse, dat hij in Assyrische gevangenschap zou hebben uitgesproken, is een apokrief geschrift uit hellenistische tijd.