Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

Mammea

betekenis & definitie

plantengeslacht uit de familie Guttiferae, met ca. 30 soorten heesters of bomen, dat in alle tropen voorkomt. Bladeren met transparante punten of lijntjes.

Kelk openscheurend, 2-kleppig. Vruchtbeginsel bovenstandig. Zaden 1-

4. Mammea americana is een Westindische, forse boom, in de tropen veel gekweekt terwille van de ‘mammeeappel’ of San Domingo-abrikoos, een roodachtig groene vrucht met bittere schil, waaronder goudgeel vruchtvlees, dat naar abrikozen smaakt. M. africana is een zeer grote boom van het Westafrikaanse regenbos: de grote, kogelronde, grijsbruine, ruwe vruchten zijn niet eetbaar; het hout heet oboto. M. siamensis (= Ochrocarpus siamensis) is een boom, die veel in tempeltuinen in Zuidoost-Azië geplant wordt en uitstekend hout levert.

< >