[zoon van de god Mamers, Mars], m. (-en), in de oudheid Campaanse huurling van Agathokles, tiran-koning van Syracuse. Na Agathokles dood (289 v.C.) maakten de mamertijnen zich in 284 meester van de stad Messana en vormden daar een zeeroversstaat.
Daarbij raakten zij in conflict met koning Hiëroon II van Syracuse en werden in 265 door hem overwonnen.Met steun van Carthago konden zij Messana behouden; de Carthagers weigerden echter zich terug te trekken, waarop de mamertijnen Rome te hulp riepen. Dit zond troepen onder leiding van Appius Claudius, waardoor de Eerste Punische Oorlog (264—241 v.C.) uitbrak.