Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

Malthus

betekenis & definitie

Thomas Robert, Engels econoom, *14.2. 1766 Rookery (Surrey), †23.12.1834 Saint Catherine (bij Haileybury). Malthus studeerde theologie te Cambridge, maar was slechts korte tijd predikant.

Sedert 1805 was hij hoogleraar geschiedenis en economie te Haileybury. Malthus was een der voornaamste representanten van de Klassieke School. Hij maakte vooral naam door zijn (aanvankelijk anoniem verschenen) Essay on the principle of population (1798), waarin hij een zeer sombere visie gaf op de samenhang tussen bevolkingsdichtheid en welvaartspeil. Volgens hem zou de bevolking, indien niet door bijzondere factoren geremd, in een meetkundige reeks toenemen, de bestaansmiddelen daarentegen in een rekenkundige reeks. Dientengevolge zou het levenspeil steeds verder dalen, totdat het bestaansminimum zou zijn bereikt. Deze grens zou echter niet worden overschreden, omdat een verdere bevolkingsaanwas door de dan optredende repressive checks (oorlog, hongersnood, ziekten) zou worden gecorrigeerd.

In een latere editie van zijn Principles of political economy (1820; 2e dr. 1836) matigde Malthus zijn standpunt enigszins, door naast de repressive checks een plaats in te ruimen voor preventive, voor hem uitsluitend ‘moral restraint’; onthouding van geslachtsverkeer, uitstel van huwelijk e.d. Het neo-malthusianisme heeft deze ideeën uitgebouwd.In zijn algemeenheid is Malthus’ prognostische theorie (malthusianisme) niet juist gebleken. Hij heeft nl. niet kunnen voorzien, dat zich in de meer ontwikkelde landen geleidelijk een tendentie tot beperking van het kindertal zou openbaren, terwijl hij voorts de groei van de bestaansmiddelen heeft onderschat. Onder invloed van de techniek en de toegenomen arbeidsverdeling is het welvaartsniveau enorm gestegen. Alleen in sommige onderontwikkelde gebieden van Azië en Afrika, waar de bevolking zeer snel toeneemt, heeft de theorie van Malthus wellicht een zekere actualiteitswaarde. Malthus kan worden beschouwd als eerste theoreticus van de depressie (conjunctuur). Hij stelde dat ten gevolge van de wet van de afnemende meeropbrengsten een toenemende agrarische produktie tot kostenstijging en derhalve tot duurdere voedingsmiddelen leidt.

Hierdoor daalt de effectieve vraag van arbeiders naar andere goederen. Sparen biedt geen compensatie, omdat deze groep eenvoudig niet in de gelegenheid is om te sparen. In de consumptiegoederenindustrie doet zich een afzetcrisis voor, gepaard gaande met werkloosheid. Malthus ontkende in dit verband dat besparingen automatisch zouden worden geïnvesteerd, omdat sparen de effectieve vraag doet afnemen, de winsten vermindert en daardoor de investeringsbereidheid der ondernemers ongunstig beïnvloedt. Als remedie hiertegen zag hij de uitvoering van openbare werken en de vraag van kapitalisten en grondbezitters naar luxeconsumptiegoederen. Door deze opvattingen kwam Malthus in strijd met de Wet van Say en dientengevolge met D.Ricardo, wiens visie in de Klassieke School overwon (de correspondentie tussen Malthus en Ricardo behoort tot de meesterstukken uit de economische litteratuur).

In de wereld-crisis van de jaren dertig en m.n. door J.M.Keynes heeft Malthus’ werk nieuwe bekendheid gekregen. Werken: Essay on the principle of population (1798), lnquiry into the nature and progress of rent (1815), Principles of political economy (1820), The measure of value (1823).

LITT. D.V.Glass, Introduction to Malthus (1953); S.Ambirajan, Malthus and class. econ. (1959); G. W.Zinke, The problem of Malthus (1967).

< >