(Statta Malta), republiek, kleine archipel in de Middellandse Zee, ten zuiden van Sicilië, 317 km2 (121 km2 land), 300900 inw. Hoofdstad: Valletta.
Malta bestaat uit de eilanden Malta, Gozo en Comino.
FYSISCHE GESTELDHEID
De eilandengroep, met in hoofdzaak kalkbodem, vormt een rest van een tertiair landschap dat Sicilië verbond met Noord-Afrika. Door het ontbreken van permanente rivieren en meren dreigt er een tekort aan zoet water te ontstaan. Het klimaat is warm: de gemiddelde temperatuur in zomer en winter is resp. 22,6 °C en 13,7 °C. Per jaar valt ca. 56 cm regen.
BEVOLKING
De bevolking bestaat uit een mengeling van Arabieren en andere rassen en spreekt naast Italiaans en Engels Maltees, een taal die teruggaat op die van de Feniciërs. In 1934 werd het Italiaans als officiële taal naast het Engels door het Maltees vervangen. De bevolking is rooms-katholiek. In Malta komen drie dagbladen in het Engels en drie in het Maltees uit. De Malta Broadcasting Authority en de Xandir Malta verzorgen radio-en televisie-uitzendingen. Er zijn 67 000 televisies, 80000 radio’s en 53 000 ontvangers voor draadomroep.
ECONOMIE
Malta’s economie dreef tot de onafhankelijkheid op de aanwezigheid van de Britse militaire basis, die 12000 mensen werk verschafte. Na de ontmanteling van de basis heeft men de exporten toeristenindustrie gestimuleerd. In 1980 moet Malta economisch onafhankelijk zijn. In de landbouw zijn tarwe, aardappelen, uien, bonen, groenten en druiven belangrijk. De ontwikkeling wordt belemmerd door het voorkomen van grote gedeelten onvruchtbare grond en soms door watergebrek. Van de veestapel zijn het rundvee en de geiten van betekenis voor de huidenexport.
In 1974 waren er bijna 10000 runderen en 18000 schapen en geiten. De visvangst bedroeg dat jaar 298001. De vloot bestaat uit kleine boten en is aan modernisering toe. De winning van kalksteen is van belang voor de bouwnijverheid. Er wordt langs de kust naar olie gezocht. Bij Marsa op het eiland Malta staan twee elektriciteitscentrales. Ligging van Malta De Malta Development Corporation heeft het industrialiseringsbeleid in handen.
Door gunstige in-en uitvoerbepalingen met de EG wordt de industrialisering bevorderd. De industrie levert m.n. textiel, schoeisel, chemicaliën, plastic en agrarische produkten. De marinewerf is omgebouwd tot een scheepswerf voor handelsschepen. Nadat in 1971 begonnen werd met de reorganisatie van de droogdokken is de scheepsbouw in opgaande lijn gegaan. De belangrijkste handelspartners zijn Italië en Groot-Brittannië. De totale weglengte in Malta bedraagt 1224 km.
Busdiensten verzorgen de verbindingen over Malta en Gozo. Tussen Malta en Gozo vaart een pont, evenals tussen Malta en Sicilië. In 1973 is het vliegverkeer ten behoeve van het toerisme uitgebreid. De internationale luchthaven ligt bij Luqa. Het aantal toeristen neemt voortdurend toe.
STAATSINRICHTING
Op 13.12.1974 werd de Republiek Malta uitgeroepen. De socialistische partij is aan de regering, terwijl de Nationalist Party (gericht op versterking van de banden met Europa en de Rooms-Katholieke Kerk op Malta) in de oppositie is. De rechtspraak is grotendeels nog gebaseerd op de Engelse wetgeving en op oude Maltezer bepalingen, die teruggaan op de Code Napoléon. De munteenheid van Malta is het Maltezer pond (£M). De koers was op 1.8. 1978: 1 £M = f5,45 = BF78. Het onderwijs is gratis en verplicht voor kinderen van 6—16 jaar.
Er zijn 107 lagere scholen, 52 scholen voor voortgezet onderwijs, 71 particuliere onderwijsinstellingen, een pedagogische academie en hogere technische school en een universiteit (een sinds 1769 voor iedereen opengesteld jezuïetencollege uit 1592). Malta is een zeer strategisch gelegen archipel. Het heeft geen leger (behalve een paramilitaire eenheid van 35000 man), maar het heeft een defensieverdrag gesloten met Groot-Brittannië.
GESCHIEDENIS
De strategische ligging en goede natuurlijke havens hebben Malta lange tijd gedoemd te behoren tot de staten die de Middellandse Zee beheersten. Malta was eind 9e eeuw v.C. een Fenicische post, werd in de 5e eeuw v.C. Carthaags en was vanaf 202 v.C. Romeins. In 60 n.C. bracht de apostel Paulus een bezoek aan het eiland en bekeerde de Romeinse gouverneur, die de eerste Maltese bisschop werd. De Vandalen veroverden in 454 het eiland, in 494 gevolgd door de Goten.
Malta was vanaf 533 deel van het Byzantijnse Rijk en vanaf 870 van het Arabische Rijk. Toen Malta in 1099 in handen kwam van het Zuiditaliaanse Noormannenrijk, werd de bisschopszetel hersteld. Na de dood van de laatste Noormannenkoning deelde Malta het lot van Sicilië. Het kwam achtereenvolgens in het bezit van de Hohenstaufen (1194—1266), Karel van Anjou (1266—83), Aragón (1283). De vrij grote mate van autonomie die Malta kende vanaf 1283 werd aanzienlijk beperkt door de johannieters. Zij kregen het eiland in 1530 van keizer Karel V.
De johannieters (Maltezer ridders) hervormden Malta tot een gecentraliseerde theocratie. Zij bezetten alle belangrijke bestuursposten en controleerden en financierden de militie, politie, gerechtshoven, watervoorziening enz. In 1798 werden de johannieters verdreven door Napoleon. Hij voerde een grondige bestuurshervorming door en trachtte de invloed van de Kerk te beperken. Dit leidde tot een bloedige opstand, die steun kreeg van de Britten en in 1800 eindigde met de Britse bezetting. Bij het Verdrag van Parijs werd Malta in 1814 formeel afgestaan aan de Britten.
Onder Brits bestuur veranderde Malta van een theocratie, beheerst door kerkelijke functionarissen, in een grotendeels autonome kolonie met een gemoderniseerd bestuursapparaat. Hoewel het bezit en de rechten van de Kerk (m.n. op het gebied van de rechtspraak) beperkt werden, behield zij een groot aantal privileges. In 1919 leidden onlusten tot een nieuwe constitutie; om twee tegenstrijdige principes met elkaar te verzoenen (Britse controle over de strategisch belangrijke forten en het recht van de Maltezen op zelfbestuur) werd een dyarchie ingesteld. Hierdoor ontstonden twee aparte regeringen. De nieuwe grondwet van 1961 hief de dyarchie op; buitenlandse zaken en defensie werden de gezamenlijke taak van de Maltese regering en de Britse gouverneur. Na onlusten werd Malta in 1964 zelfstandig; het bleef lid van het Gemenebest.
In 1972 werd een conflict over de Brits-Maltese defensieovereenkomst afgewend, doordat België, Italië, Nederland, de BRD en de VS zich verplichtten een deel van de huur van de Britse basis op Malta te betalen. Op 13. 12.1974 werd Malta een republiek. Bij de verkiezingen van sept. 1976 behaalde de socialistische Arbeiderspartij van Dom Mintoff 34 zetels, de Nationalistische Partij onder leiding van B.Olivier 31 zetels. Premier Mintoff vergrootte het aandeel van de overheid in de economie, verbeterde de relaties met de Arabische wereld (m.n. Libië) en trachtte de economie te stimuleren op het gebied van toerisme, handel en investeringen. Britse troepen zullen in 1980 het eiland verlaten, waarmee een aanzienlijke bron van inkomsten weg zal vallen.
LITT. C.A.Price, Malta and the Maltese (1954); H. Bowen-Jones e.a., Malta, background for development (1961); J.Boissevain, Saint and fireworks: religion and politics in rural Malta (1965); B.Blouet, The story of Malta (1967); F.Dobie, Malta’s road to independence (1967); D.Austin, Malta and the end of empire (1971); A.Hughes, Malta (1972).