[Lat.],
I. bn., (achter namen) de grotere, oudste; wel scherts, om een uitzondering aan te duiden: een deuk major in iemands reputatie;
II. zn., m.,
1. de oudste van twee broeders;
2. de hoofdterm in een sluitrede.
Gepubliceerd op 13-12-2021
betekenis & definitie
[Lat.],
I. bn., (achter namen) de grotere, oudste; wel scherts, om een uitzondering aan te duiden: een deuk major in iemands reputatie;
II. zn., m.,
1. de oudste van twee broeders;
2. de hoofdterm in een sluitrede.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: