o., hoofdbestanddeel van rijpe maïskorrels, waaruit het machinaal gewonnen wordt.
Het industriële produktieproces van maïszetmeel, het natte maïsvermalingsproces, is onder te verdelen in: ont doppen, reinigen en weken van de maïs, verwijderen van de kiemen met behulp van walsen en separatoren, gevolgd door malen en walsen om zemeldelen te verwijderen en tenslotte centrifugeren en wassen met behulp van hydrocyclonen of zeven om het eiwit van het zetmeel te scheiden. De overblijvende zetmeelmelk wordt gedroogd en gezeefd tot zuiver zetmeelpoeder. Door de hydrocyclonentechniek zijn diverse kwaliteiten te verkrijgen variërend in deeltjesgrootte en functionele eigenschappen. De fijnste soort maïszetmeel noemt men maïzena; zij wordt gebruikt als vlaen puddingpoeder, als bindmiddel voor sauzen en soepen en voor banketbakkerswaren. Voor industriële toepassingen wordt naast maïszetmeel ook chemisch of (enzymatisch) gemodificeerd maïszetmeel gebruikt. Grote hoeveelheden maïszetmeel worden toegepast in de dextrine-, papier-, karton-, textiel-en lijmindustrie, de farmaceutische en chemische nijverheid en bij de glucosebereiding.
Een oudere toepassing is maïsstijfsel dat in diverse vormen voor de was werd gebruikt; het bestaat geheel uit maïszetmeel (stijfsel). Uit de bij de bereiding van maïszetmeel afgescheiden kiemen wordt maïsolie geperst. Het bijprodukt maïseiwitten dient voor de bereiding van veevoeder (maïsglutenmeel). De gezuiverde eiwitfractie wordt in de farmaceutische industrie gebruikt voor de coating van tabletten.
