Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

mahdi

betekenis & definitie

[Arab. al-mahdi, de rechtgeleide], bij de islamieten naam van de vóór het einde der tijden verwachte verlosser, die de aarde met gerechtigheid zal vervullen.(e ) In de loop der geschiedenis zijn herhaaldelijk personen opgestaan die beweerden de door Allah gezonden mahdi te zijn en daardoor politieke invloed kregen. De bekendste is Mohammed Ahmed die vanaf 1881 in de Soedan optrad (*1844 Dongola, t21.6.1885 Omdoerman).

Hij veroverde met zijn aanhangers in de mahdistenopstand in korte tijd geheel Kordofan en in 1885 Kartoem, na een lange belegering, waarbij de Engelse generaal C.Gordon werd gedood. Mohammd Ahmed werd uiteindelijk door het Engelse leger verslagen. Mohammed werd opgevolgd door Abdoellah die in 1898 werd verslagen door Kitchener en op 24.11.1899 sneuvelde. Bij de sjiieten is het geloof aan een mahdi tot een centraal leerstuk in hun godsdienst geworden. De meesten van hen erkennen een reeks van twaalf kaliefen of imams. De twaalfde zou in de 9e eeuw op geheimzinnige wijze verdwenen zijn en op het einde der dagen terugkeren. In 1970 werd in de Soedan opnieuw een mahdistenopstand onder leiding van imam al-Hadi al-Mahdi onderdrukt; de imam werd gedood.

LITT. E.L.Dietrich, Der Mahdi Mohammed Ahmed (1925); A.B.Theobald, The mahdiya (1951).

< >