[Sanskriet, groot voertuig], o., latere vorm van het boeddhisme, ontstaan aan het begin van de christelijke jaartelling.
Het mahayana heeft een veel sterkere metafysische tendens dan het overige boeddhisme, dat ook hinayana (klein voertuig) genoemd wordt. Het ontwikkelde zich m.n. in Noord-India, van waaruit het Nepal, Tibet, China en Japan bereikte en vaak lokale elementen opnam. Het ideaal van heiligheid is volgens het mahayana niet ter individuele vervolmaking maar om anderen de weg te wijzen naar het heil. De pure asceet is vervangen door de bodhisattva.