(Nieuwgr.: Magnessia), schiereiland aan de oostkust van Griekenland in Thessalië aan de Golf van Volos, tevens prov. (2636 km2, 161400 inw.).
In de oudheid was Magnesia een Thessalische kolonie in Karië, op de plaats waar de Lethaios in de Meander stroomt. Door koning Artaxerxes i van Perzië werd de stad in 465 v.C. aan de gevluchte Atheense staatsman Themistokles gegeven. De oude stad is geheel verwoest door overstromingen van de Meander. Omstreeks 400 v.C. is er een nieuwe stad gebouwd op de rechteroever van de Lethaios. Toen deze stad tot het rijk Pergamon behoorde, kwam zij tot grote bloei. Beroemd was het heiligdom van Artemis Leukophryene (3e eeuw v.C.), en het bijbehorende grote met beeldhouwwerk versierde altaar (2e eeuw v.C.).
Uit dezelfde eeuwen dateren ook de agora, de tempel van Zeus Sosipolos, resten van woonhuizen en een theater. Uit de Romeinse tijd stammen een gymnasium en een stadion. Ook uit de Byzantijnse tijd zijn er overblijfselen (o.a. stadsmuur en een kerk).
LITT. A.v.Gerkan, Der Altar des Artemis-Tempels in Magnesia (1929).