Maurice, sinds 1932 graaf, eigenlijk: Polydore Marie Bernard Maurice Maeterlinck, Belg. Franstalig schrijver, *29.8.1862 Gent, ♱l6.5. 1949 Nice.
Maeterlinck studeerde rechten te Gent. Hij ging in 1886 naar Parijs, waar hij zich bij de symbolistische dichters aansloot. Uit die tijd dateert poëzie waarin hij, in een allegorische vorm, zijn levensmoeheid en vrees voor het onbekende uitdrukte. Tot deze symbolistische periode behoren ook een aantal drama’s. Er gaat van deze eerste reeks toneelwerken een grote suggestieve kracht uit. Maeterlinck drukt hierin zijn filosofische opinies uit, o.a. dat de mens wordt geleid door onbewuste krachten.
In 1901 sloeg hij een andere weg in en begon hij zijn karakters en handelingen duidelijker te tekenen. Materlinck’s belangrijkste toneelstuk is L’oiseau bleu(1908), waarin zijn filosofische ideeën duidelijk gepresenteerd worden. Het stuk werd viermaal verfilmd (1911, 1918, 1940 en 1975). Maeterlinck schreef ook een aantal wijsgerige bespiegelingen en essays. Zijn proza is beeldend, klankrijk en soms zeer lyrisch. Zijn denken over het menselijke lot leidde tot zeer geslaagde filosofischnatuurmythologische natuurbeschouwingen.
In 1911 kreeg Materlinck de Nobelprijs. Verscheidene componisten schreven muziek naar aanleiding van het werk van Maeterlinck, o.a. E.Chausson, G. Fauré, J.Sibelius, I.Stravinsky en P.Dukas. Werken: poëzie: Serres chaudes(1889), Album de douze chansons(1897); toneel: La princesse Maleine (1889), L’intruse(1890), Les sept princesses (1891), Pelléas et Mélisande(1892), Aglavaine et Sélysette (1896),Ariane et Barbe Bleue(1901 ),Soeur Béatrice (1901), Monna Vanna(1902), Joyzelle(1903), L’oiseau bleu(1908), Marie Magdeleine(1910), Le malheur passé(1925); proza: Le trésor des humbles (1896), La sagesse et la destinée (1898), La vie des abeilles (1901), La mort (1926), La vie des fourmis, Devant Dieu(1937), Bulles bleues(1948). Uitgaven: door F.von Oppeln-Bronikowski (9 dln. 1924-29); Poésies complètes,door J.Hanse (1965); Verzamelde werken(1973; Ned. vert.).
LITT. W.D.Halls, M.Maeterlinck, a study of his life and thought (1960); R.Bodart, M.Maeterlinck ou l’absurde dépassé (1961); J.M.Andrieu, M.Maeterlinck (1962); U.Taylor, M.Maeterlinck (1968); M. Postic, Maeterlinck et le symbolisme (1970); R. Brucher, M.Maeterlinck, L’oeuvre et son audience. Essai de bibliographie 1883-1960 (1972); A.Bailly, Maeterlinck (1974).
