v., beoordeling, m.n. veroordeling van de maatschappelijke orde.
De term maatschappijkritiek doet opgeld sinds de tweede helft van de jaren zestig toen zich een hernieuwde belangstelling voor sociaal-filosofische vraagstukken aftekende. Nationaal (provo) en internationaal (new left, tegencultuur) kwam een discussie op gang die heeft bijgedragen tot bewustwording van en een kritischer houding tegenover bestaande structuren, gevestigde normen en de personificatie daarvan, de autoriteiten (autoriteit). Thema’s als democratisering, het milieu en de problematiek van de ontwikkelingslanden zijn in die periode sterk in de publieke belangstelling gekomen, hetgeen de aanzet vormde tot veranderingen in de traditionele denkbeelden. Maatschappijcritici ontlenen hun uitgangspunten aan verschillende filosofische stromingen (Marcuse, Frankfurter Schule, enz.), maar hebben zich nooit sterk georganiseerd. Het gaat hun meer om het uitdragen van een geesteshouding dan om het nastreven van een bepaald belang.
LITT. R.C.Kwant en D.J.van Houten, Maatschappijkritiek (1976).