o. (-glazen),
1. glas dat een bepaalde maat inhoudt;
2. glazen (cilindrisch of conisch) vat, waarop met streepjes een maatverdeling is aangebracht, om daarin vloeistoffen te meten.
Het maatglas dient voor nauwkeurige metingen geijkt te worden met inachtneming van de oppervlaktespanning (in verband met de vorm van de meniscus) van de betreffende vloeistof. De afleesnauwkeurigheid van een maatglas neemt toe naarmate de verhouding van diameter en lengte kleiner gekozen wordt.