v./m. (-n), bij visnetten de afstand tussen twee tegenover elkaar liggende knopen van de in de lengte gestrekte maas.
De maaswijdte bepaalt de grootte van de vis die tijdens het vissen niet meer uit de 2kuil kan ontsnappen. Door het wettelijk voorschrijven van een minimummaaswijdte voor bepaalde vissoorten kan voorkomen worden dat het aantal aan de voortplanting deelnemende exemplaren zó klein wordt dat de vangsten van deze soort sterk dalen. Er is dan sprake van overbevissing. De maaswijdten van commerciële vissersvaartuigen worden zowel op zee als aan de wal van overheidswege gecontroleerd met een meetwig, waarbij de kracht waarmee de meetwig in het net gestoken wordt zo constant mogelijk wordt gehouden. De voorschriften van de maaswijdten komen internationaal tot stand waarna zij de nationale kracht van wet krijgen.
