Ned. politicus, *9.9.1769 ’s-Gravenhage, †14.2.1846 s-Gravenhage. Van Maanen was advocaat en werd in 1795 procureur-generaal bij het Hof te ’s-Gravenhage.
In 1796 werd hij lid van de Nationale Vergadering. Als gematigd unitariër verloor hij zijn zetel bij de staatsgreep van Daendels (1797). Van Maanen was minister van Justitie onder koning Lodewijk Napoleon (1806–10) en onder koning Willem I. Hij speelde een belangrijke rol in de grondwetscommissies van 1814 en 1815, waar hij zich een tegenstander van volksinvloed toonde. Hij was een van de voornaamste bestrijdefrs van G.K.van Hogendorp. Van Maanen maakte zich door zijn drastische maatregelen in verband met de taalpolitiek en drukpersprocessen in België zeer gehaat.
Hij behield echter het vertrouwen van de koning, ook na de Belg. Revolutie van 1830. Hij was tegen de grondwetsherziening van 1840. Zijn uiterst conservatief bewind deed de ontevredenheid jegens hem toenemen en in 1842 zag hij zich genoodzaakt ontslag te nemen.
LITT. M.E.Kluit, C.F.van Maanen (1953).