Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

maaidorser

betekenis & definitie

m. (-s), combine, landbouwmachine voor het oogsten van verschillende gewassen zoals granen (ook maïs en rijst), graszaad, suikerbietenzaad en peulvruchten.

De maaidorser maait het gewas door middel van een maaibalk, waarna het naar de dorstrommel wordt gevoerd. Daar wordt het gedorst, gedeeltelijk geschoond en gesorteerd, vervolgens opgezakt of gestort in een verzamelbak van 15–20 hl, die op de machine staat. Het stro wordt op het veld gedeponeerd of soms door een aangebouwde pers meteen in balen geperst. Een andere werkmethode is die, waarbij het gewas wordt gemaaid en enige dagen in zwaden op het veld blijft liggen om te drogen. Aan de maaidorser is in dat geval een opraper gemonteerd om het zwad van de grond te lichten. In het zeeklimaat is kunstmatig nadrogen van het graan veelal noodzakelijk. De grootste machines hebben een maaibreedte van ruim 7 m en oogsten per uur 7–9 ton graan, afkomstig van ca. 1,7 ha.

< >