I. bn., van, uit Lydië; (muziek) lydische klanksoort, een van de hoofdtoonsoorten bij de oude Grieken, week en toch levendig; Lydische steen, toetssteen;
II. zn., o., taal van de bewoners van Lydië.
Het Lydisch behoort met het Hettitisch, Luwisch en Palaïsch tot de Anatolische groep van Indo-europese talen. De hoofdzakelijk uit votiefen grafteksten bestaande inscripties, geschreven in een aan een Oostgrieks alfabet ontleend lettertype, dateren uit de 6e—4e eeuw v.C.
LITT. A.Heubeck, Lydiaka (1959); R.Gusmani, Lydisches Wörterbuch (1964).