Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

luzerne

betekenis & definitie

[Fr.], v./m., Medicago sativa sativa, een ondersoort van Medicago (rupsklaver, een plantengeslacht uit de familie Papilionaceae), als voederplant gekweekt.

Luzerne heeft een diepgaande, vaak vertakte penwortel en vele opgaande bebladerde stengels. Na de inzaai blijft zij 1-2 jaar liggen. Zij wordt driemaal per seizoen gemaaid. Voor de Ned. en Belg. omstandigheden is het Noordfranse type dat vroeg opschiet, snel nagroeit en voldoende wintervast is, het meest geschikt. Luzerne wordt op kalkrijke klei en löss uitgezaaid, het meest onder dekvrucht (vlas of zware zomergerst). Het grootste deel van de oogst wordt in drogerijen verwerkt tot luzernemeel, dat in mengvoeders voor varkens en pluimvee wordt gebruikt. Het areaal luzerne bedroeg in 1975 in Nederland 3200 ha en in België 15000 ha.

< >