Duits reformator, *10.11.1483 Eisleben, ♱18.2.1546 Eisleben; mijnwerkerszoon. Luther werd in 1501 student te Erfurt en besloot monnik te worden.
In 1505 kwam hij in het klooster van de augustijner heremieten te Erfurt. Hij werd in 1507 tot priester gewijd en werd in 1508 docent filosofie (in 1509 tevens theologie) aan de universiteit te Wittenberg. Luther was van 1510—11 in Rome. In 1516 werd hij prediker aan de stadskerk te Wittenberg. Ondanks strenge ascese vond hij geen rust, totdat hij door studie van m.n. de Brief aan de Romeinen tot het inzicht kwam van de rechtvaardiging door het geloof alleen (Rom. 1,17). In 1517 maakte hij 95 stellingen over de aflaat publiek, om een openlijke disputatie uit te lokken; tot deze stap kwam hij door de frivole aflaathandel van de Duitse dominicaan J.Tetzel.
Het is omstreden of hij, zoals de traditie wil, zijn stellingen aan de deur van de slotkapel te Wittenberg heeft aangeslagen. Luther vond veel weerklank. De strijdschriften van de theologen Hoogstraeten en Eck, noch een oproep van de paus konden hem dan ook tot herroeping bewegen. In 1518 verscheen Luther te Augsburg voor kardinaal Cajetanus, die evenmin een herroeping kon bewerkstelligen. In 1519 beloofde Luther te zullen zwijgen als ook zijn vijanden zwegen en betuigde hij in een ootmoedige brief aan de paus zijn onderwerping. Nochtans begon Eck de strijd opnieuw en in de nieuw ontbrande disputatie geraakte Luther geheel overtuigd van de onmogelijkheid van Romes primaat.
In diverse steden vonden openbare verbrandingen van Luthers geschriften plaats en in het najaar van 1520 verscheen de door Eck bewerkte pauselijke bul Exsurge Domine tegen Luther. Deze voltrok daarna te Wittenberg de plechtige verbranding van deze bul. Ondertussen waren in 1520 van Luther verschenen: An den christlichen Adel deutscher Nation, De captivitate babylonica ecclesiae en Von der Freiheit eines Christenmenschen. In 1521 werd Luther voor de rijksdag te Worms gedaagd; hier verklaarde hij zijn geschriften niet te kunnen herroepen omdat zij op de bijbel waren gegrond. De rijksban werd daarop over hem uitgesproken. Luther had ondertussen de wijk genomen naar de Wartburg bij Eisenach, waar hij tien maanden bleef en aan de vertaling van het NT werkte. De door de agitatie van Karlstadt verwekte beeldenstorm voerde Luther terug naar Wittenberg, waar hij de fanatici tot de orde riep en de eerste protestantse gemeente stichtte. Tijdens de boerenopstand(1524-26) richtte Luther zich, om zijn geestelijke boodschap zuiver te houden, fel tegen de rebellen en ging toen noodgedwongen steun zoeken bij de vorsten. Luther legde in 1524 zijn monnikspij af en huwde in 1525 de ex-non Katharina von Bora.
Hij gaf van 1527—29 een grote en een kleine catechismus uit, voerde van 1528—30 een voor de kerkorganisatie zeer belangrijke visitatie uit en nam deel aan de vaststelling van de Confessie van Augsburg (-Augsburg, Confessie van). In 1522 gaf hij de vertaling van het NT uit, in 1534 die van het OT en in 1541 (in omgewerkte vorm) van de hele bijbel. De laatste jaren van zijn leven waren getekend door ziekte en moeilijkheden. Hij werd bijgezet in de slotkerk te Wittenberg.
Luther was een uitstekend stilist die door zijn bijbelvertalingen een grote invloed had op de Duitse taalvorming. Hij is ook de grondlegger van de evangelische kerkmuziek: hij bewerkte bestaande melodieën, schiep nieuwe (Ein feste Burg), schreef een Duitse mis en ontwierp het koraal. Zeer groot is echter zijn betekenis in de kerkgeschiedenis: hij staat wezenlijk aan het begin van de Reformatie, ook waar deze andere wegen gaat. Zijn specifieke religieuze vraagstelling heeft een diepgaande invloed gehad op voor-en tegenstanders. De eeuwenlange controverse die hij opriep tussen protestanten en rooms-katholieken komt na de Tweede Wereldoorlog naar het schijnt tot een rustpunt in de oecumene. Uitgaven: Werke (zgn. Weimarer Ausgabe, 1883), Ausgewãhlte Werke, door A. Leitzmann en O.Clemen (8 dln. 6e dr. 1967), Studienausgabe, door K.G.Steek (1970).
LITT. G.Ebeling, Luther. Einf. in sein Denken (1965) ; R.Friedenthal, Luther, sein Leben und seine Zeit (1967); H.Bornkamm, Thesen und Thesenanschlag Luthers (1967); R.Friedenthal, Luther (1967); F.Gogarten, Luthers Theologie (1967); B. Lohse (red.), Der Durchbruch der reformat. Erkenntnis bei Luther (1968); E.Iserloh, Luther zwischen Reform und Reformation (1968); H.Lilje, Portret van Luther in de lijst van zijn tijd (1968); A. Hasler, Luther in der katholischen Dogmatik (1970); H.Dörries, Wort und Stunde (1970); R. Baumer, M.Luther und der Papst (1971); K. Aland, M.Luther in der modernen Literatur (1973); D.W. Lotz, Ritschl und Luther (1974); D.Olivier, Het proces Luther (1974); A.G.Dickens, The German nation and M.Luther (1974); M.E.Edwards, Luther and the false brothern (1975); W.J.Kooiman, Luther en de bijbel (3e dr. 1977); C.B.Sucher, Luthers Stellung zu den Juden (1977).