Erich, Duits officier, *9.4.1865 Kruszczewnia (bij Posen), ♱20.12.1937 München; zoon van een Pruisische grootgrondbezitter. In aug. 1914 speelde Ludendorff een hoofdrol bij de verovering van Luik.
Als bevelhebber van de Duitse troepen in Oost-Pruisen onder Von Hindenburg had hij een belangrijk aandeel in de overwinningen op de Russen bij Tannenberg en de Mazoerische Meren. Ludendorff was tot 1916 stafchef van het oostelijk front en daarna als eerste kwartiermeestergeneraal belast met de feitelijke leiding van de hele Duitse oorlogvoering. In die positie nam hij het initiatief tot de economische mobilisatie en stimuleerde hij begin 1917 de onbeperkte U-boot-oorlog. Bij de Vrede van Brest-Litovsk dwong hij de Russen aanzienlijke territoriale concessies af. In aug. 1918 zag hij in dat Duitsland de oorlog ging verliezen en adviseerde hij een wapenstilstand. Hij verzette zich echter tegen de geallieerde voorwaarden en moest in okt. 1918 aftreden.
Daarna weet hij de Duitse nederlaag aan joodse en marxistische intriges en werd een van de meest invloedrijke verkondigers van de -Dolkstootlegende. Onder invloed van zijn tweede vrouw ontwikkelde Ludendorff zich in nationaal-socialistische richting. In 1923 nam hij deel aan de mislukte putsch van Hitler; daarna brak hij met diens beweging. Toch stond hij tijdens Hitlers regime in hoog aanzien. Werken: Meine Kriegserinnerungen (1918), Kriegführung und Politik (1922), Der totale Krieg (1935).
LITT. D.J.Goodspeed, Ludendorff (1966); W. Breucker, Die Tragik Ludendorffs (1968).