Lucius Licinius, Romeins veldheer en staatsman, *ca.115 v.C., ♱56 v.C. Lucullus begon in 87 zijn ambtelijke loopbaan als quaestor.
Van 77 -74 was hij propretor in Africa en in 74 werd hij consul. Als consul kreeg Lucullus het commando in de tweede oorlog tegen Mithridates van Pontus, die hij versloeg en dwong te vluchten naar Tigranes van Armenië, die op zijn beurt de nederlaag leed bij Tigranocerta (69). Nadat hij zich gehaat gemaakt had door de rente te verlagen die Romeinse geldhandelaren in Azië berekenden en door zijn soldaten onvoldoende in de buit te laten delen, werd hij vóór de beëindiging van de oorlog teruggeroepen en nam Gnaeus Pompeius zijn commando over (Lex Manilia, 66). Vanaf die tijd wijdde Lucullus zich aan de genoegens van kunst, parken en tuinen, spijzen en dranken. Zijn liefde voor verfijnde maaltijden werd spreekwoordelijk. De fazant en de kers zijn door hem vanuit Pontus (Klein-Azië) in Europa ingevoerd.